175
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Kwaliteitsfactor voor het lage- en mid-
dentonengebied instellen:
• Druk zo vaak op
/ dat “LO-Q-FAC”
of “HI-Q-FAC” op het display ver-
schijnt.
• Druk een- of meermaals op << of >>
om de kwaliteitsfactor (Q-FACT 1 t/m
Q-FACT 3) in te stellen.
• Druk op / om de ingestelde factor
te bewaren en terug te gaan naar het
DPE-menu.
of
• Druk op DPE of EXIT om de ingestelde
factor te bewaren en het DPE-menu te
sluiten.
Preset-klankinstelling kiezen:
De keuze van een preset beïnvloedt de
equalizer- en klankinstellingen van het ap-
paraat. Elke ingestelde preset kan handma-
tig worden gewijzigd, maar wanneer een
andere preset wordt gekozen, wordt de fa-
brieksmatige instelling hersteld. In de pres-
et-mode “USER” worden uw persoonlijke
klankinstellingen voor BASS, TREBLE, EQ
en LD opgeslagen.
Om de presets op te roepen:
• Druk zo vaak op
/ dat “Preset” op
het display verschijnt.
• Druk een- of meermaals op << of >>
om de equalizer-instelling (*USER* …
VOCAL) te kiezen.
• Druk op
/ om de gekozen equali-
zer-instelling op te slaan en terug te
gaan naar het DPE-menu.
of
• Druk op DPE of EXIT om de ingestelde
equalizer-instelling te bewaren en het
DPE-menu te sluiten.
U kunt de equalizer in-/uitschakelen door
AUD ca. twee seconden ingedrukt te hou-
den.
Zo kunt u het geluid met en zonder equali-
zer vergelijken.
Equalizer-instelling