12
Korte afwezigheid
De koelkast hoeft niet van het elektriciteitsnet te worden
afgekoppeld als u korter dan drie weken afwezig bent.
Consumeer de bederfelijke voedingsmiddelen en vries de
andere voedingsmiddelen in.
Lange afwezigheid
Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat als u drie
weken of langer afwezig bent.
1. Maak de ijsbak leeg.
Bevestig enkele houten of plastic blokken met plakband
aan het bovenste gedeelte van de twee deuren en laat de
deuren open staan, zodat in beide vakken voldoende lucht
kan circuleren. Op die manier worden nare luchtjes en
schimmelvorming voorkomen.
Verhuizen
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met
plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het steunvlak
niet raken.
4. Sluit beide deuren en plak ze met plakband dicht, en
plak ook de voedingskabel met plakband aan het
apparaat vast.
Stroomuitval
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang de
stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak
langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar zijn,
kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden ingevroren,
ook al zullen de smaak en het aroma waarschijnlijk anders
zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte staat
verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
1. Houd beide deuren van het apparaat gesloten. Op
deze manier blijven de levensmiddelen in de koelkast
zo lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
1. Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die
het snelst bederven te consumeren.
2. Maak de ijsbak leeg.
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT
NIET WORDT GEBRUIKT
• Installeer het apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte, ver bij eventuele warmtebronnen vandaan (bijv.
radiator, fornuis, etc.) en op een plek die niet aan direct zonlicht wordt blootgesteld. Gebruik indien nodig een
isolatieplaat.
• Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het apparaat
ruimte vrijgelaten te worden. De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en de muur achter het apparaat
dient 50 mm te bedragen. Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het energieverbruik van het product toe.
• Door onvoldoende ventilatie aan de achterzijde van het product neemt het energieverbruik toe en neemt de
koelefficiëntie af.
• De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden
worden met deze factoren.
• Laat warme gerechten en dranken eerst afkoelen voordat ze in het apparaat geplaatst worden.
• Blokkeer de ventilator niet met levensmiddelen.
• Nadat de levensmiddelen in het apparaat zijn geplaatst dient gecontroleerd te worden of de deuren van de
vakken goed sluiten, met name de deur van het vriesvak.
• Beperk het openen van deuren tot een minimum.
• Plaats diepgevroren etenswaar die u wilt ontdooien in de koelkast. De lage temperatuur van de diepgevroren
etenswaar koelt de etenswaar in de koelkast.
• Bij apparaten met speciale vakken (vak voor verse etenswaar, nul graden-vak,…), kunnen de betreffende vakken
verwijderd worden indien deze niet worden gebruikt.
• De positionering van de platen in de koelkast heeft geen invloed op het efficiënte energiegebruik. De etenswaar
dient zodanig op de platen geplaatst te worden om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen (de verschillende
etenswaar dient elkaar niet te raken en de afstand tussen de etenswaar en de achterwand moet behouden blijven).
• U kunt de opbergruimte voor diepgevroren etenswaar vergroten door de klep en/of de opslagmand te verwijderen
(volgens het productblad) terwijl hetzelfde energieverbruik behouden blijft.
• De condensor (de spoel in de achterzijde van het apparaat) dient regelmatig gereinigd te worden.
• Een beschadigde of lekkende afdichting dient zo snel mogelijk vervangen te worden.
TIPS VOOR ENERGIESBESPARING