18
VEILIG GEBRUIK VAN UW MAGNETRONOVEN
Algemeen gebruik
Probeer nooit de veiligheidsgrendels te bederven of
stampen.
Plaats geen voorwerpen tussen de
voorkantomlijsting en de deur van de magnetron en
laat geen overschot zich op de dichtingoppervlakken
te accumuleren. Maak met een zacht wasmiddel
schoon, spoel af en laat drogen. Gebruik nooit
schuurpoeders of –sponsjes.
De ovendeur moet nooit aan spanning worden
onderworpen zoals een kind dat op een geopende
deur hangt.
Dit kan de oven naar voren doen vallen en tot een
letsel leiden en de oven beschadigen.
Neem de oven niet in gebruik als de deurdichting of
dichtingoppervlakken zijn beschadigd, of als de deur
is gebogen of de scharnieren zijn los of gebroken.
Bedien de oven niet als die leeg is. Dit zal de oven
beschadigen.
Probeer geen kleding, kranten of andere materialen
in de oven te drogen. Ze kunnen vlam vatten.
Gebruik geen kringlooppapierproducten want ze
kunnen onzuiverheden bevatten die vonken of vuur
kunnen veroorzaken.
Stoot of sla niet op het bedieningspaneel met harde
voorwerpen. Dit kan de oven beschadigen.
Voedsel
Gebruik uw magnetron nooit voor conservering.
De oven is niet geschikt voor correcte conservering.
Onjuist geconserveerde levensmiddelen kunnen
bederven en gevaarlijk zijn om te nuttigen.
Gebruik altijd de minimale kooktijd volgens het
recept. Het is beter als levensmiddelen halfgaar
worden dan dat ze te lang worden gekookt.
Ongare levensmiddelen kunnen weer in de oven
worden geplaatst tot ze gaar zijn. Als voedsel te lang
gekookt is, kunt u er niets aan doen.
Wees voorzichtig bij het verwarmen van kleine
hoeveelheden voedsel of levensmiddelen met laag
vochtgehalte. Ze kunnen snel uitdrogen, verbranden
of vlam vatten.
Verwarm geen eieren in de schil. Er kan druk
binnen opbouwen en eieren kunnen exploderen.
Aardappelen, appels, dooiers en worstjes zijn
voorbeelden van levensmiddelen met onporeuze
vellen.
Ze moeten vóór het koken worden geprikt om
uitbarsting te voorkomen.
Probeer nooit in uw magnetronoven te frituren.
Laat altijd een rusttijd van minstens 20 seconden
over nadat de oven is uitgeschakeld zodat de
temperatuur gelijkmatig wordt verdeeld, roer zonodig
halverwege het opwarmingsproces, en roer ALTIJD
na het verwarmen. Om het opspatten en eventuele
brandwonden te voorkomen, zet een lepel of een
glazen stokje in de dranken en roer vóór, tijdens en
na het verwarmen.
Laat de oven nooit onbeheerd bij het poffen van
popcorn.
Pof geen popcorn in een papieren zak tenzij die
speciaal door de producent voor het gebruik in
magnetrons is bestemd.
De korrels kunnen oververhit raken en een bruine
papieren zak aansteken.
Plaats verpakte popcornzakjes voor magnetrons
nooit direct op het ovenblad. Zet het zakje op een
glazen of keramisch bord dat voor magnetrons
geschikt is om oververhitting en breuken in het
ovenblad te voorkomen.
Overschrijd nooit de door de producent aanbevolen
kooktijd voor magnetronpopcorn.
Als u langer kookt, worden er geen meer korrels
gepoft, maar er ontstaat een risico van verschroeiing,
verbranding of brand. Vergeet niet dat het
popcornzakje en blad te heet om te houden kunnen
zijn.
Haal het voedsel voorzichtig uit de oven en gebruik
pannenlappen.
BOOGONTLADING
Als u een elektrische boog ziet, druk op de knop STOP/WISSEN en los het probleem op.
Boogontlading in de magnetron is de term voor vonken in de oven.
Boogontlading wordt veroorzaakt door:
• Metaal of folie dat/die een ovenwand aanraakt.
• Folie die niet op voedsel in gekneed (naar boven
gerichte kanten fungeren als antennes).
• Metaal, zoals sluitclips, vleesspelden of vergulde
borden in de magnetron.
• Handdoeken van kringlooppapier die kleine
metalen deeltjes bevatten in de magnetron.