20
● Druk op de alarmtoets (7/8) om te bevestigen. De bijbehorende
alarmindicator (20/16) gaat branden.
i
Tijdens een stroomstoring of bij het verwijderen van de stekker
gaan de tijdsinstellingen verloren, tenzij batterijen voor
reservestroom zijn geplaatst.
Radiofuncties5.2
● Druk eenmaal op de toets RADIO/SLEEP (13) om de radio in te schakelen.
De display (11) toont ON en knippert.
● Druk op de pijltjestoetsen (omhoog en omlaag) (14) om een frequentie of
radiostation te selecteren. Houd de overeenkomstige toets ingedrukt om
het proces te versnellen.
● Draai de draaiknop VOLUME (21) naar de gewenste positie om het
volumeniveau te wijzigen.
● Druk nogmaals op de toets RADIO/SLEEP (13) om de radio uit te schakelen.
i
De functie MEMORY kan worden gebruikt om een vooraf ingesteld
radiostation te selecteren. Lees het hoofdstuk "De functie
MEMORY".
i
Leg de etherantenne uit voor een betere ontvangst van de
FM-frequentie.
De functie MEMORY
De functie MEMORY kan worden gebruikt om vooraf een maximum van
5 radiostations in te stellen.
● Druk eenmaal op de toets RADIO/SLEEP (13) om de radio in te schakelen.
● Druk op de pijltjestoetsen (omhoog en omlaag) (14) om een radiostation
te selecteren.
● Houd de toets MEMORY (15) ingedrukt tot de display (11) MEM toont en
01 knippert.
● Druk nogmaals op de toets MEMORY (15) om het radiostation op te slaan.
● Herhaal de laatste 3 stappen om een ander radiostation vooraf in te stellen.
● Druk voor het bewerken van een vooraf ingesteld radiostation op de
pijltjestoetsen (omhoog en omlaag) (14) om een vooraf ingesteld radiostation
te selecteren. Herhaal de vorige stappen om het radiostation op te slaan.