11
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur
terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koel- resp. vriesruimte moet heersen. De GEWEN-
STE temperatuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de koel- resp. vriesruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur
wordt met brandende cijfers aangegeven.
Bij een ingeschakelde COOLMATIC- of FROSTMATIC-functie kan er geen wij-
ziging van de temperatuurinstelling voor de koel- of vriesruimte worden
uitgevoerd.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
• Bij de normale werking wordt in het koelgedeelte de gemiddelde tempe-
ratuur aangegeven (WERKELIJKE temperatuur). De temperatuurfluctuaties
in de totale koelruimte zijn gering.
• In de vriesruimte wordt de warmste temperatuur aangegeven (WERKE-
LIJKE-temperatuur). Bij een volledige belading bevindt de warmste zone
zich in het algemeen in het bovenste deel, aan de voorkant, van het vrie-
sgedeelte. Afhankelijk van de belading zijn de temperaturen in andere delen
van de vriesruimte lager.
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt de op dat moment ingestelde tem-
peratuur van de koel- en vriesruimte knipperend aangegeven (GEWENSTE-
temperatuur).
Informatie: Bij een verandering van vooringestelde temperatuur ca. 24 uur
wachten tot de temperatuurindicatie gestabiliseerd is.
• Bij een temperatuurwaarschuwing geeft de temperatuurindicatie bij het
indrukken van de RESET-toets gedurende 5 seconden de hoogste tempera-
tuur aan die de diepvriesproducten hebben bereikt.
• Als er sprake is van een storing aan het apparaat, verschijnt in de tempe-
ratuurindicatie:
– voor een storing in de koelruimte een vierkant of een letter in de tempe-
ratuurindicatie voor de koelruimte;
– voor een storing in de vriesruimte een vierkant of een letter in de tempe-
ratuurindicatie voor de vriesruimte.